Natuurlijke plaagbestrijders inzetten tegen de eikenprocessierups

Door: Jan Schenk

In onze permacultuuropleiding hebben we allemaal geleerd over natuurlijke plaagbestrijding. In de traditionele land- en tuinbouw wordt hier nog wel eens lacherig over gedaan, maar deze methode wordt sinds vorig jaar ook ingezet om de eikenprocessierups te bestrijden. En met succes!

Door bepaalde bloemen in onze tuin te laten bloeien trekken we insecten aan die ons helpen om plagen in de hand te houden. Met name planten uit de schermbloemigen-familie staan er om bekend dat ze zweefvliegen en sluipwespen aantrekken. Deze willen we graag in onze tuin hebben omdat de larven van deze insecten grote hoeveelheden bladluizen eten. Zo kan een zweefvlieglarve in zijn leven wel duizend bladluizen eten en legt een zweefvliegvrouwtje wel vijfhonderd eitjes. Dit zijn wel aantallen die er toe doen!

Opzet proef natuurlijke bestrijding eikenprocessierups

In 2018 is in de gemeente Westerveld (Drenthe) een proef gestart met de natuurlijke bestrijding van de eikenprocessierups. Op een proeflocatie zijn duizenden planten van tientallen soorten aangeplant om natuurlijke vijanden zoals sluipwespen, sluipvliegen, gaasvliegen en zweefvliegen aan te trekken. Daarnaast zijn er twintig nestkasten opgehangen voor koolmezen, pimpelmezen, mussen en andere soorten vogels die insecten eten, hangen er kasten voor grootoorvleermuizen en zijn in het vroege voorjaar natuurlijke vijanden in kleine aantallen uitgezet om een opstartpopulatie te realiseren.

(Bron: Nature Today: naturetoday.com)

Het resultaat

In het tweede jaar van de proef (2019) werden op een proeflocatie met natuurlijke vijanden 80% minder nesten aangetroffen dan op de controlelocatie. Op de proeflocatie werd bijna 90% van de nesten aangevreten. Op de controlelocatie maar 3%.

Proef Louis Bolk bij gangbare boeren

Dat bloeiende akkerranden en ruigtes belangrijk zijn constateerde het Louis Bolk instituut ook al bij een proef die tussen 2011 en 2015 liep bij meer dan zeshonderd boeren van Zeeland tot aan Groningen. Het insecticidegebruik van deze boeren daalde drastisch.

Bij deze proef werd uitgegaan van gedragsverandering en bewustwording van gangbare boeren. 70% van de deelnemers gaf aan dat ze voortaan eerst goed controleren of er natuurlijke vijanden in het gewas zitten. Pas als ze zien dat het écht nodig is, gaan ze spuiten. Achtergrondinformatie over deze proef is te lezen in de brochure van het Louis Bolk instituut.

Conclusie

Het is zeker zinvol om bloemen op te nemen in onze moestuinen, voedselbossen en bosranden. Daarnaast is het nuttig om nestkasten voor vogels en vleermuiskasten op te hangen. En last but not least: creëer ook wat ruigtes. Dit zijn schuilplaatsen voor kevers en overwinteringsplaatsen voor bijvoorbeeld lieveheersbeestjes en wantsen. Heb je weinig ruimte voor ruigtes dan kun je ook wat polvormige siergrassen aanplanten.