Door: Caroline Siepman
De afgelopen week werd mijn aandacht getrokken door twee krantenartikelen. Het ene was een artikel in Vrij Nederland met de kop: ‘Nee, een duurzame wereld begint niet bij jezelf. Een pleidooi tegen consumentenactivisme.’ Het andere was een artikel in de Trouw over Paul Kingsnorth, een ex-milieuactivist die de milieubeweging te oppervlakkig vindt.
Deze artikelen hebben hetzelfde thema, namelijk de vraag of we bij kunnen dragen aan een duurzame wereld en op welke manier dat dan het beste kan. Kan dat van onderop of moet dat van bovenaf?
Ik ben me er de laatste jaren steeds meer bewust van geworden dat ik onderdeel van het systeem ben, dat we er allemaal onlosmakelijk mee verbonden zijn. Dat het systeem een in mijn ogen verkeerde kant op gaat, is een gevolg van de keuzes die wij allemaal maken. Ik kan er in mijn eentje niets aan veranderen en ik kan ook niet anderen dwingen te veranderen, maar ik kan wel zelf veranderen. Ik kan andere keuzes maken die het systeem beïnvloeden.
In het VN-artikel las ik: “Een klimaatcrisis afwenden vergt van hogerhand afgedwongen, radicale systeemwijziging.” Bij het lezen van deze zin voelde ik weerstand opkomen. Met die radicale systeemverandering ben ik het eens. We kunnen die echter niet afdwingen en wat mij betreft gaat het ook niet alleen over de klimaatcrisis. Er is een groter probleem waarvan klimaatverandering slechts een symptoom is, namelijk de illusie van afgescheidenheid. Zolang wij ons afgescheiden voelen van de biosfeer, van het leven dus, verandert er niet zoveel en zullen we blijven hangen in oplossingen die in het gunstigste geval de symptomen bestrijden.
Het zou daarom wel een heleboel helpen als we weer in contact zouden komen met het leven om ons heen. Als we met een open blik zouden kijken naar de crisissen waarin we verstrikt zijn geraakt. Niet alleen met als doel dat we er zo snel mogelijk een oplossing voor moeten verzinnen, maar puur om ons weer verbonden te voelen met de Aarde en al het leven. We moeten daarbij, zoals Paul Kingsnorth ook zegt in het artikel in de Trouw, ook in de afgrond durven kijken en ruimte maken voor rouw en verdriet.
Wat we zelf kunnen doen is onze mindset veranderen, van de illusie van afgescheidenheid naar een diep gevoel van verbondenheid. Ik begrijp dat niet iedereen die omslag in denken in één keer maakt. Nieuw gedachtegoed en een nieuwe cultuur komen niet uit de lucht vallen, maar ontwikkelen zich doordat wij mensen elkaar verhalen vertellen. Nu voert het verhaal van afgescheidenheid de boventoon, afgescheidenheid van de natuur, van andere mensen en van onszelf. Dat verhaal heeft geleid tot competitie en concurrentie, controle willen hebben over de natuur en uitbuiting van de planeet. Maar langzamerhand winnen de nieuwe verhalen van verbondenheid en vertrouwen terrein, verhalen van zorg en liefde voor onze planeet en al haar bewoners. Vanuit die verhalen maken we vanzelf radicaal andere keuzes en die leiden wel tot systeemverandering. Deze keuzes kun je niet afdwingen en opleggen, maar wel als nieuw verhaal doorgeven aan anderen. Dat is ook activisme, en wel van de burgers zelf, van onderop dus. Het geeft geen garantie voor de toekomst. We weten namelijk niet hoe deze nieuwe toekomst eruit ziet. We kunnen alleen een duwtje in de, naar ons idee, goede richting geven.