Door: Caroline Siepman
In het weekend van 18 en 19 mei vierde Omslag, Werkplaats voor Duurzame Ontwikkeling, haar 25-jarig jubileum. Zij werken al 25 jaar aan de omslag die er plaats moet vinden om een bewoonbare planeet achter te kunnen laten voor onze kinderen en kleinkinderen. Dat die omslag er moet komen dringt steeds verder door en de noodzaak wordt ook dringender nu het berichten over klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, welvaartsziekten en ongelijkheid regent. Nog even en we moeten de put dempen als het kalf al verdronken is.
Ook de permacultuurbeweging bestaat alweer ruim 40 jaar. Deze beweging gaat ook actief aan de (om)slag. Eerst was de permacultuurmethode vooral gericht op ecosysteemherstel en -regeneratie, maar steeds meer wordt de achterliggende visie ook breder ingezet zoals op sociaal en economisch vlak.
Hoewel je soms het idee kunt hebben dat je in je eentje de kar aan het trekken bent, of alleen bent met je zorgen, angst en verdriet over de crises die op ons afkomen, staan er wel degelijk hele gemeenschappen achter je. Zowel Omslag als de permacultuurbeweging als al die andere prachtige grassrootsinitiatieven die er bestaan zijn voorbeelden van samenwerkingsprojecten. Je staat er niet alleen voor, we doen het samen.
Dat klinkt natuurlijk prachtig, maar samenwerken is niet altijd leuk en zeker niet altijd makkelijk. Zo bleek ook maar weer tijdens de workshop ‘Samen werken aan samenwerken’ die ik tijdens het genoemde jubileumweekend van Omslag gaf voor een groep van ongeveer 16 mensen. Ik vroeg de deelnemers om op een denkbeeldige lijn een plekje te zoeken dat paste bij je gevoel of idee van samenwerken. Het ene uiteinde van de lijn symboliseerde ‘samenwerken is geweldig, ik werk het liefst samen’, het andere uiteinde ‘samenwerken is lastig, ik werk het liefst alleen’. Al snel ontstond er, zoals verwacht, een concentratie van deelnemers rond het midden van de denkbeeldige lijn. Samenwerken heeft inderdaad zowel voor- als nadelen. Met behulp van de uitgangspunten van permacultuur kunnen we de organisatie echter zo ontwerpen dat de samenwerking ook echt meerwaarde oplevert.
Tijdens de workshop vertelde ik het een en ander over vertrouwen, zelforganisatie en communicatie die een grote rol spelen bij dit ontwerp. Eigenlijk is echter het eerste wat we ons moeten realiseren wel dat samenwerken gewoon niet altijd makkelijk en leuk is. Als er dan moeilijkheden voor de deur staan kun je die verwelkomen en binnenlaten, je had ze immers al verwacht?! Je raakt niet in paniek en zo is er ruimte voor heldere communicatie over de moeilijkheden. Misschien zelfs zie je de moeilijkheden niet meer als moeilijkheden, maar als kansen om verder te groeien. ‘Gedoe komt er toch’ is een titel van een boek over organisatieverandering. Als je dat weet kun je erop voorbereid zijn. Zo kun je grote conflicten voorkomen door vertrouwen op te bouwen, vertrouwen om te durven zeggen wat je bezighoudt, wat je wel of niet bevalt in de samenwerking. Als er wel gedoe aan de hand is, maar niet op tafel wordt gelegd, gaat het etteren en ontstaan er later grotere problemen.
Samenwerken geeft dus soms gedoe, maar als je hier goed mee omgaat, kan dat leiden tot iets moois, namelijk synergie: één plus één maakt drie!
En juist dat hebben we nodig als we samen werken naar een zeer noodzakelijke omslag van schaarste naar overvloed, van controle naar vertrouwen en van afgescheidenheid naar verbinding.